Veelgestelde vragen

Op deze pagina vindt u een overzicht van veelgestelde vragen per categorie.
Zoekt u toch naar iets anders? Gebruik de zoekfunctie op de homepagina van deze website, of neem contact op met de ODBN.

  • Over de ODBN

    1. De Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) is één van de 29 omgevingsdiensten in Nederland. De omgevingsdiensten zijn opgericht in 2013. Aanleiding waren een aantal grote incidenten bijvoorbeeld de vuurwerkramp in Enschede, de brand in het Hemeltje in Volendam en de ramp in Moerdijk. Het organiseren van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving op het gebied van de leefomgeving kon beter. Onze opgave is dan ook het zorgen voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving. 

    2. De ODBN werkt voor de 10 gemeenten in Noordoost-Brabant en voor de provincie Noord Brabant. Zie hier de kaart van het werkgebied

  • Asbest

    1. Asbest is vaak toegepast in panden van vóór bouwjaar 1994. Het is vaak toegepast in de vorm van asbesthoudend cement in gevels, dakbeschot, in en rondom schoorstenen, in of bij CV-installaties, of als golfplaat op schuren en garages. 

      Een materiaalanalyse door een laboratorium kan uitsluitsel geven of er asbest in materialen is verwerkt. 

      Voor meer informatie kunt u terecht op de website van Kenniscentrum Infomil.

    2. Dat mag zonder asbestinventarisatie vooraf, als:

      • het dak minder dan 35m2 groot is
      • de asbestgolflaten niet vastgelijmd, gespijkerd of verweerd zijn

      Geef 5 werkdagen voor het slopen een sloopmelding door aan uw gemeente via het Omgevingsloket. En check bij uw gemeente hoe u het asbest moet inpakken en waar u het kunt inleveren.

      Zorg tijdens de sloop voor beschermende kleding en de juiste manier van werken. 

    3. Als er asbest aanwezig is in uw pand, dan moet dat op een speciale manier verwijderd worden door gecertificeerde bedrijven. De eigenaar van een gebouw van vóór 1994 moet laten controleren of er asbest aanwezig is door een gecertificeerd bedrijf. Als blijkt dat er asbest aanwezig is, dan moet dat verwijderd worden door een speciaal asbestverwijderingsbedrijf. Een lijst met bedrijven die een certificaat hebben, vindt u op www.ascert.nl

      Dien 5 dagen voordat de asbest verwijderd wordt een sloopmelding in bij uw gemeente via het Omgevingsloket. 

       

    4. De Rijksoverheid heeft een stappenplan gemaakt wat u moet doen bij asbest. Asbest hoeft niet gevaarlijk te zijn, maar het kan wel. Daarom is het belangrijk om te weten of er ergens asbest in zit. En wat u moet doen als u het wilt (laten) verwijderen. 

  • Bodem

    1. Voor bouwen en verbouwen is vaak een vergunning nodig.  De regels voor bodem liggen vast in de Wet bodembescherming. Particulieren krijgen te maken met de regels voor bodem, bijvoorbeeld als ze een uitbouw aan hun huis willen bouwen. Informatie over de eisen en voorwaarden kunt u vinden bij uw gemeente. Welke maatregelen u moet nemen bij bouw en verbouw is afhankelijk van lokaal beleid. Gemeenten en provincies werken de nationale wetgeving uit in lokaal beleid voor hun grondgebied. Dit beleid is onder andere vastgelegd in bestemmingsplannen. Kijk verder op onze expertise pagina bodem voor de juiste informatie en links. 

    2. Informatie over de bodemkwaliteit per perceel kunt u vinden in de Omgevingsrapportage

  • Natuur(bescherming)

    1. Als u activiteiten of projecten wilt ondernemen in de buurt van een beschermd natuurmonument en/of een Natura 2000-gebied, kan het zijn dat u een vergunning Natuurbeschermingswet moet aanvragen.

      Het kan zijn dat u een vergunning of ontheffing nodig hebt of een melding moet doen bij:

      1. Activiteiten die effecten kunnen hebben op een of meerdere Natura 2000-gebieden
      Een kaart toont de gebieden in Brabant die onder de Wet natuurbescherming vallen. Niet de locatie of handeling is hierbij van belang, maar het effect op een beschermd gebied.  Dit geldt zowel voor nieuwe projecten en activiteiten als voor verandering van bestaande activiteiten in en buiten deze gebieden.

      2. Activiteiten die effect kunnen hebben op de beschermde dieren en planten
      Beschermde soorten kunnen voorkomen in Natura 2000-gebieden, maar ook daarbuiten. Het kan zijn dat u naast een vergunning voor activiteiten de effecten kunnen hebben op een Natura 2000-gebied ook een ontheffing nodig heeft vanwege het effect op beschermde dieren en planten. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld het bouwen of slopen, maar ook de opvang van beschermde inheemse diersoorten.

      3. Activiteiten om schade en overlast van dieren te bestrijden 
      Dieren kunnen schade veroorzaken aan landbouwgewassen of bijvoorbeeld de veiligheid van het vliegverkeer in gevaar brengen. In bijzondere gevallen kan het daarom nodig zijn om dieren te doden of te verjagen.

      4. Kappen of herplanten van bossen of andere houtopstanden

      Als u in het buitengebied bomen gaat kappen, kan het zijn dat u hiervoor een melding moet doen.

    2. Wilt u buiten de bebouwde kom houtopstanden bomen of beplanting verwijderen en de oppervlakte van de totale houtopstand is meer dan 10 are (1000m2), of bestaat uit meer dan 20 bomen in rijbeplanting? Dan moet u volgens de Wet natuurbescherming minstens 4 weken voor de kap een melding indienen.

      Lees meer over de uitzonderingen en hoe u de kap kunt melden op deze pagina

    3. Ja. Toezicht en handhaving in de natuurgebieden in heel Brabant wordt gedaan door SSiB. Toezicht en handhaving op naleving van de Wet natuurbescherming wordt uitgevoerd door de drie Brabantse omgevingsdiensten. De ODBN houdt toezicht in de regio Noordoost-Brabant. Op het moment dat er door handhavers van de omgevingsdiensten overtredingen worden waargenomen of zij hier signalen van krijgen uit de omgeving wordt er in mandaat van de provincie Brabant handhavend opgetreden.

      Treft u zelf ongeregeldheden aan in het buitengebied? Neem dan contact op met het handhavingsteam Samen Sterk In het Buitengebied (SSIB). Het handhavingsteam SSIB is 24 uur per dag bereikbaar via telefoonnummer 0900 - 996 54 32.

    4. De provincie Brabant is bevoegd gezag maar de ODBN voert de taken uit namens de provincie.

      De aanvraagformulieren vindt u op de website van de provincie Noord-Brabant.

  • Energie

    1. Zowel voor bedrijven als voor particulieren is er subsidie te krijgen voor energiemaatregelen. Kijk op de expertise pagina energie  voor enkele verwijzingen voor de regio Noordoost-Brabant. 

  • Geur

    1. Bewoners van de regio Brabant Noord die klachten hebben over geur of luchtvervuiling kunnen contact opnemen met de MilieuKlachtenCentrale. Het gaat daarbij alleen om klachten die worden veroorzaakt door bedrijven. Het telefoonnummer is 073-6812821. 

      Gaat het om geuroverlast door particulieren? Meld u dan bij uw eigen gemeente. 

      Voor meer informatie over het melden van milieuklachten, klik hier.

  • Klachten

    1. Milieuklacht
      Ervaart u overlast van geur, geluid, trillingen of stof van bedrijven in Brabant? Constateert u bodem, lucht- of waterverontreiniging of ziet u afvaldumpingen? Hebt u vragen of meldingen over de kwaliteit van zwemwater? Meld dit bij de MilieuKlachtenCentrale. Wilt u een duidelijk overzicht waar u welke klacht moet indienen? Kijk dan op de pagina van MilieuKlachtenCentrale.

      Klacht buitengebied
      Heeft u een klacht over stropen, wildcrossen, of afvaldumpingen in het buitengebied? Bel 0900-9965432. SSiB handelt deze klacht af, of zet het door aan de juiste organisatie. 

      Klacht over organisatie ODBN of SSiB
      Heeft u een klacht over de ODBN of over SSiB, of over een medewerker van één van deze organisaties? Stuur dan een brief naar de ODBN, of een mail aan info@odbn.nl en vermeld duidelijk waar de klacht over gaat. 

       

    2. Na uw melding ontvangt u een e-mail met een link naar het registratieprogramma S@men. Daarmee kunt u de afhandeling van uw klacht op ieder moment volgen.

      Krijgt u geen email, of bericht? Dan kan het zijn dat er informatie in het door u ingevulde formulier ontbreekt. 

      In dat geval adviseren wij u om contact op te nemen met de ODBN 088-7430 000 of met de MilieuKlachtenCentrale 073-6812821.

    3. Heeft u een milieuklacht ingediend? Is de klacht of het bedrijf waar u over klaagt bij ons bekend? Dan wordt uw klacht aan het dossier toegevoegd en is de ODBN of gemeente al met handhaving bezig.

      Is de milieuklacht over een bedrijf nog niet eerder voorgekomen? Dan wordt uw klacht doorgezet naar een toezichthouder van de ODBN die de klacht gaat onderzoeken. U krijgt dan via email informatie wat er met uw klacht is gedaan, indien u uw klacht digitaal of telefonisch hebt ingediend bij de MilieuKlachtenCentrale

      Heeft u een klacht anoniem ingediend? Dan wordt deze klacht alleen risicogericht, dus bij een (dreigende) milieugevaarlijke situatie in behandeling genomen. Dat betekent in de praktijk dat we het merendeel van de anonieme milieuklachten niet (direct) behandelen.

  • Omgevingswet

    1. Het ingaan van de Omgevingswet is al diverse keren uitgesteld. Het staat nu gepland op 1-1-2024.  De ODBN werkt er hard aan om samen met de gemeenten en provincie Brabant klaar te zijn voor de Omgevingswet op 1-1-2024. 

      Lees meer over de Omgevingswet op informatie van de Rijksoverheid.

    2. De Omgevingswet bundelt en vereenvoudigt de regels voor ruimtelijke projecten. Met behulp van 1 digitaal loket wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. Bijvoorbeeld woningbouw op oude bedrijventerreinen of de bouw van windmolenparken.

      De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten voor de leefomgeving. Hierbij gaat het onder meer om wet- en regelgeving over bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De Omgevingswet staat voor een goed evenwicht tussen het benutten en beschermen van de leefomgeving. 

      De nieuwe wet zorgt voor een samenhangende aanpak van de leefomgeving, ruimte voor lokaal maatwerk en betere en snellere besluitvorming. Daarnaast wordt participatie bevorderd. Bijvoorbeeld door burgers en ondernemers zo goed mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van de leefomgeving.

      Wilt u meer informatie over de veranderingen kijk dan op de website van de Rijksoverheid.

  • Toezicht en Handhaving

    1. Toezichthouders van de ODBN  dragen een legitimatiebewijs van de ODBN. Een legitimatiebewijs is verplicht.  Vaak dragen ze ook een gele jas met de tekst "toezicht en handhaving". Het dragen van zo'n jas is niet verplicht. Dat hangt af van de weersomstandigheden. 

    2. Elke BOA is ingedeeld in één van de zes domeinen,  die in bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar  zijn opgenomen.

      De BOA's van de ODBN zijn ingedeeld in domein II Milieu, Welzijn en Infrastructuur. Welke opsporingsbevoegdheid een BOA heeft, hangt af van de taakomschrijving van zijn of haar werkgever. De taakomschrijving vindt u onder punt 4.1 (categorale aanvraag) of punt 6.1 (individuele aanvraag) van het Aanvraagformulier voor de BOA bevoegdheid en punt 3.5 (categorale aanvraag) of punt 7 (individuele aanvraag) van het Verzoek om advies formulier, dat aan het Aanvraagformulier is gekoppeld.

    3. Het legitimatiebewijs van een toezichthouder bevat:
      a. de naam, hoedanigheid en handtekening van de toezichthouder;
      b. een foto van de toezichthouder;
      c. de naam, het correspondentieadres en het telefoonnummer van het bestuursorgaan of het onderdeel daarvan, waarvoor de toezichthouder werkzaam is;
      d. de naam en handtekening van degene, die het bewijs namens het bestuursorgaan heeft afgegeven;
      e. een omschrijving van de wettelijke voorschriften, met het toezicht waarop de toezichthouder is belast;
      f. de datum van afgifte van het legitimatiebewijs.
      Artikel 2 Het legitimatiebewijs bevat het logo of beeldmerk van het bestuursorgaan of het onderdeel daarvan, waarvoor de toezichthouder werkzaam is.
      Artikel 3 Op het legitimatiebewijs worden vermeld:
      legitimatiebewijs en toezichthouder als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht.
      Artikel 4 De foto op het legitimatiebewijs is een pasfoto, die een duidelijk en goed gelijkend beeld van de toezichthouder toont.

    4. Bedrijven in Nederland moeten zich houden aan de regels voor veiligheid, gezondheid en milieu. In een vergunning is vastgelegd hoe bedrijven de leefomgeving veilig en gezond houden. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen van maatregelen. De overheid controleert of dit gebeurt. Dat doet ze door vergunningen te verlenen, en vervolgens toezicht te houden en de regels te handhaven. 

      Gemeenten en provincies kunnen de taken waarvoor ze verantwoordelijk zijn, laten uitvoeren door een Omgevingsdienst. Die dienst mag dan namens de gemeente of provincie in mandaat:

      • vergunningen verlenen;
      • toezicht houden;
      • handhaven.

      Wel blijft de gemeente of de provincie verantwoordelijk. 

      De Omgevingsdienst Brabant Noord voert deze taken uit voor de 10 gemeenten en de provincie Noord-Brabant in de regio Noordoost-Brabant.

    5. Op 4 juni 2014 omarmden de bevoegde overheden en handhavinginstanties in Nederland de Landelijke Handhavingstrategie (LHS). Daarbij grijpen zij passend en uniform in bij bevindingen die gedaan zijn tijdens toezicht. Zo zorgt de Landelijke Handhavingstrategie voor een gelijk speelveld. Verder verbindt de LHS het bestuurs- en strafrecht met elkaar.

      Meer informatie kunt u vinden op Kenniscentrum Infomil.

    6. De Algemene wet bestuursrecht (art. 5:15 - 5:19) geeft een toezichthouder de volgende bevoegdheden:

      • Een toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, elke plaats te betreden met uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner. Zo nodig verschaft hij zich toegang met behulp van de sterke arm.
      • Hij is bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hem zijn aangewezen.
      • Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.
      • Een toezichthouder is bevoegd van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in
        Een toezichthouder is bevoegd inzage te vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden.
      • Hij is bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken. Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs.
      • Een toezichthouder is bevoegd zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen en daarvan monsters te nemen.
      • Hij is bevoegd daartoe verpakkingen te openen.
      • De toezichthouder neemt op verzoek van de belanghebbende indien mogelijk een tweede monster, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald.
      • Indien het onderzoek, de opneming of de monsterneming niet ter plaatse kan geschieden, is hij bevoegd de zaken voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hem af te geven schriftelijk bewijs. (De genomen monsters worden voor zover mogelijk teruggegeven.)
      • De belanghebbende wordt op zijn verzoek zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming.
      • Een toezichthouder is bevoegd vervoermiddelen te onderzoeken met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.
      • Hij is bevoegd vervoermiddelen waarmee naar zijn redelijk oordeel zaken worden vervoerd met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft, op hun lading te onderzoeken.
      • Hij is bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met betrekking waartoe hij een toezichthoudende taak heeft.
      • Hij is bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt. (Bij regeling van Onze Minister van Justitie wordt bepaald op welke wijze de vordering tot stilhouden wordt gedaan.)

      Artikel 5:13 van de Awb bepaalt dat een toezichthouder slechts gebruikmaakt van zijn bevoegdheden voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.

  • Vergunningen

    1. Een (bestaande) vergunning opvragen kan bij het bevoegd gezag. Het bevoegde gezag is de gemeente waar de vergunning is afgegeven, of de provincie. 

    2. Wanneer u een vergunning wilt aanvragen of wilt weten wat de status van uw vergunningaanvraag is, dan kunt u contact opnemen met uw eigen gemeente of de provincie Noord-Brabant.

    3. Ga naar www.omgevingsloket.nl en doe de vergunningcheck. 

    4. Ja, dat kan. 

      Een aanvrager kan een OLO-aanvraag uitbesteden aan een architect, aannemer of een ander gespecialiseerd bureau en deze machtigen de aanvraag namens hem in te dienen. Een gemachtigde is een persoon die door de aanvrager (initiatiefnemer, opdrachtgever) gemachtigd is om de aanvraag op te stellen en in te dienen.

       

      Wilt u een bedrijf machtigen namens u de aanvraag in te dienen? Dan doorloopt u de stappen die u vindt bij Kenniscentrum Infomil.

    5. U kunt wel degelijk hulp krijgen bij het invullen van de vergunningsaanvraag.

      Dat kan bij het Kenniscentrum Infomil of bij uw eigen gemeente. 

      De ODBN werkt alleen in opdracht van gemeenten of provincie, en helpt particulieren of bedrijven niet bij het invullen van de vergunningsaanvraag. 

    6. Op Omgevingsloket online staat veel informatie rondom vergunningen. U kunt hier nagaan of u een vergunning nodig heeft, en informatie vinden welke stappen er doorlopen moeten worden. 

    7. Bent u van plan iets te bouwen of te slopen? Dan kunt u een omgevingsvergunning aanvragen via de website van uw gemeente of bij het Omgevingsloket online.

       Dit geldt voor particulieren en bedrijven. Op deze site kunt u de vergunningcheck invullen om te zien of u een omgevingsvergunning nodig heeft. U kunt op Omgevingsloket online ook volgen wat de stand van zaken van uw aanvraag is.