Bodemsanering

Oude en nieuwe wetgeving

Saneringen waarvoor het overgangsrecht geldt, worden volgens de 'oude' Wet bodembescherming afgehandeld. Deze kunnen dan ook via info@odbn.nl bij ons gemeld worden. Situaties waarvoor het overgangsrecht geldt zijn: 

  • Saneringen van verontreinigingen die zijn ontstaan tussen 1 januari 1987 en 1 januari 2024;
  • Saneringen van verontreinigingen waarvoor vóór 1 januari 2024 een BUS-melding is ingediend;
  • Saneringen van verontreinigingen waarvoor Vóór 1 januari 2024 een saneringsplan of plan van aanpak is ingediend;
  • Locaties waarbij vóór 1 januari 2024 een besluit ‘ernst en spoed’ genomen is en waar een spoedige sanering noodzakelijk is; 
  • Locaties waarvoor een nazorgplan geldt. 

Saneringen van verontreinigingen ontstaan vóór 1987 en na 1 januari 2024 vallen onder het nieuwe recht (Omgevingswet). Meldingen hiervoor worden ingediend via het Omgevingsloket.

Saneringsplicht onder de Omgevingswet

  • Heeft u bij uw graafwerkzaamheden geen saneringsdoelstelling? Dan is saneren niet nodig. Wel zorgt u dat u voldoet aan de plichten (melding- en informatieplicht) die horen bij de activiteit graven. 
  • Is er sprake van een bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico’s voor de mens? Neem dan maatregelen om de risico’s weg te nemen, bijv. door het saneren van verontreiniging. 

Saneren kleinschalige verontreiniging (<25 m3)

In tegenstelling tot de Wbb is in de Omgevingswet geen minimale omvang benoemd met betrekking tot saneren. Het verwijderen van zowel grote als kleinschalige verontreinigingen (<25 m3) kunnen dus via de melding Saneren ingediend worden bij het Omgevingsloket

Een uitzondering hierop is de situatie waarbij een kleinschalige ontgraving (<25 m3) uitgevoerd wordt in verontreinigde bodem die vóór 2024 via besluitvorming (beschikking of bodemkwaliteitskaart) is aangemerkt als verontreinigd. In dit geval dient de Bruidschatsmelding ‘Kleinschalig graven > I’ ingediend te worden bij het Omgevingsloket

Ongewoon voorval

Een ongewoon voorval is een bijzondere gebeurtenis die verontreiniging of aantasting van de bodem tot gevolg heeft. Snel optreden is hierbij noodzakelijk. De uitvoerder van de activiteit, waar het ongewoon voorval ontstaat, is daar als eerste verantwoordelijk voor. 

Het ongewone voorval wordt direct gemeld bij de MilieuKlachtenCentrale

Zo mogelijk vindt er tegelijkertijd een eerste bereddering plaats, eventueel in overleg met een adviesbureau.